Goede biest essentieel voor een snelle start van het kalf
Kalveren worden geboren zonder antistoffen, ook wel agammaglobulinemie genoemd. Om ervoor te zorgen dat het kalf minder kwetsbaar is voor infecties is het van belang om zo snel mogelijk voldoende en kwalitatieve immunoglobulines (IgG) aan het kalf toe te dienen. Deze antistoffen zijn eiwitten die het kalf beschermen tegen mogelijke infecties en zijn aanwezig in biestmelk. Maar hoeveel moet een kalf eigenlijk krijgen? En is alle biest ‘goed’? Dit artikel geeft antwoord op uw vragen!
Hoeveel biestmelk moet een kalf hebben?
In de eerste 6 levensuren zal het kalf minimaal 200 gram aan immunoglobulines (IgG) op moeten nemen. Echter, niet al deze antistoffen komen ook in de bloedbaan terecht. Voor een efficiënte absorptie moet de biest minimaal 50 gram IgG per liter bevatten, wat betekent dat er in de eerste 6 uur al 4 liter kwalitatief goede biest moet worden toegediend zodat het door de bloedbaan kan worden opgenomen. Na 24 uur is de darm gesloten voor opname van antistoffen in het bloed. Aangeraden wordt om direct na geboorte 2 tot 2,5 l biestmelk door middel van speenemmer te voeren.
kwaliteit
Niet alleen de hoeveelheid antistoffen, maar ook de bacteriologische kwaliteit is essentieel voor een goede start van het kalf. Deze kwaliteit kan negatief worden beïnvloed door de kiemen die de koe via de uier uitscheidt (bijv. Mycoplasma bovis) of doordat de biest onhygiënisch wordt bewaard na het melken. In beide gevallen is het daardoor mogelijk dat biest vol goede antistoffen alsnog negatieve invloed heeft op het pasgeboren kalf door infecties als Salmonella, Mycoplasma bovis, paratuberculose of Listeria.
Waarom biestmelk pasteuriseren?
Steeds meer melkveehouders kiezen ervoor om de biest te pasteuriseren. Dit maakt het mogelijk om de houdbaarheid te verlengen en toch de immunoglobulines en andere belangrijke voedingsstoffen te behouden. Belangrijk voordeel van het pasteuriseren is het elimineren van infectierisico’s van (aangekochte) dragerkoeien. In veel bedrijven worden bepaalde infecties via de biest op deze manier overgedragen. Pasteuriseren kan men op verschillende manieren doen. Één van die manieren is via onze melktaxi. Optioneel kan deze uitgerust worden met pasteuriseerfunctie om een hoge kwaliteit melk te kunnen bieden.
De voorkeur gaat uit naar het pasteuriseren van slechts enkele liters per keer op een temperatuur van 60°C gedurende 60 minuten.
Droge stof
De kwaliteit van de biest is gekoppeld aan het gehalte aan vaste bestanddelen in de biest, ofwel de droge stof. Hoe meer droge stof, hoe beter de kwaliteit. Gewone koemelk bevat circa 12,5% droge stof, terwijl de biest meer dan 25% zou moeten bevatten. Het meten van de kwaliteit gebeurde voorheen met een kwetsbare biestmeter, of in het laboratorium. Tegenwoordig kan er eenvoudig en accuraat gemeten worden met een digitale hand-refractometer (brix) van Holm&Laue.
Een brix refactormeter meet de breking van het licht dat door een monster schijnt. Hiermee kan het berekenen hoeveel droge stof er in een monster zit en geeft vervolgens een brixwaarde aan. Een brixwaarde hoger dan 19% kan ook een waarde in immunoglobulines aangeven. Gewone koemelk heeft een waarde van 11 tot 16%.
Biest met een waarde van 17 tot 22% is slecht en zeker niet geschikt voor vaarskalveren. Goede biest heeft een waarde van minimaal 23% en boven de 26% is het zeer goed. Wanneer het kalf in de eerste 6 uur 200 gram IgG op moet nemen is de brix waarde van de melk leidend hoeveel liter voldoende is.
samengevat
- Binnen de eerste 6 levensuren van het kalf 200 gram immunoglobuline (IgG) verstrekken
- Het materiaal waarmee de biest wordt gevoerd na elk kalf goed reinigen en ontsmetten.
- Meten is weten. Biest met >50 gram IgG is goede biest.
- Bacteriologische kwaliteit is net zo belangrijk. Hygiëne altijd waarborgen.
- Biest dat niet gelijk wordt gevoerd onmiddellijk invriezen (-20°C), waardoor aanwezige bacteriën zich niet vermeerderen tijdens bewaring.
- Biest niet verwarmen boven de 60°C, zodat eiwitten niet verbanden.
- Pasteuriseren geeft alleen goede resultaten als de biestkwaliteit en hygiëne op orde zijn.