Biologisch
Tijdens de masterclass ‘Data-Driven Calfhousing’ wordt er vaak verteld over labels zoals ‘On the way to PlanetProof’, ‘Beter Voor Boer & Natuur’, ‘Beter Leven’, ‘Tuurlijk!’ en Biologisch. Duurzaamheid wordt een steeds belangrijker thema in de melkveehouderij. Keurmerken proberen in te spelen op de vraag vanuit de maatschappij om duurzamere producten te produceren. In de volgende reeks artikelen willen wij vanuit Topcalf u meer inzicht geven in wat de labels inhouden en waar men aan moet voldoen om te mogen produceren voor het label. Ook gaan we langs bij melkveebedrijven om een kijkje te nemen in de praktijk en hoe zij zijn begonnen met produceren voor het label. Deze week zijn wij bij het biologische melkveebedrijf van de familie Westenenk uit Hellendoorn.
Biologisch en Skal Bio Controle
Biologisch is een beschermde term en mag alleen gebruikt worden als er tijdens het produceren van de producten aan bepaalde wettelijke eisen wordt voldaan. Bij biologische producten wordt er geen gebruik gemaakt van kunstmest, chemische bestrijdingsmiddelen en genetisch gemodificeerde organismen. De wettelijke eisen, worden gecontroleerd door Stichting Keur Alternatief Landbouwproducten, afgekort tot SKAL Bio Controle. Deze onafhankelijke organisatie zorgt ervoor dat de biologische regels worden uitgevoerd en controleert of de regels juist worden gehandhaafd.
Eisen biologisch
Melkveehouders die biologisch produceren moeten de stallen volgens een aantal basisregels hebben ingericht. Als eerst moeten de vloeren vlak maar niet glad zijn en moet 50% van het vloeroppervlakte dicht zijn. Bij Biologisch is het belangrijk dat er daglicht de stal binnenkomt (de krant moet leesbaar zijn) en dat er natuurlijke ventilatie in de stal aanwezig is. Verder moeten er in de stal voldoen droge ligruimtes aanwezig zijn, die worden ingestrooid met natuurlijk materiaal.
Ook aan de oppervlakte van de stallen zitten eisen. Per dier moet er aan minimaal aantal vierkante meters zijn. Zo is dit voor melkkoeien 6 vierkante meter en een fokstier 10 vierkante meter. Ook voor de kalveren zitten er eisen aan, zo moeten runderen die minder wegen dan 100 kilogram minimaal 1,5 vierkante meter tot de beschikking hebben, runderen tot 200 kilogram 2,5 vierkante meter en runderen tot 350 kilogram 4 vierkante meter per dier. Als jet jongvee naar een gewicht van 350 kilogram toe gaat moet het 5 vierkante meter hebben per dier, bij iedere 100 kg extra komt daar een vierkante meter bij op.
Verder is het verplicht om kalveren in groepen te houden vanaf één week en is de voorkeur om jonge dieren moedermelk te voeren. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan mogen de jonge dieren gevoerd worden met biologische melkpoeder. De zoogperiode voor kalveren is minimaal drie maanden.
De overgangsperiode van gangbaar naar biologisch is twee jaar.
Wilt u meer lezen over de biologische regels? Bekijk dan de website van de Skal Bio controle.
Ervaringen van de familie Westenenk
De familie Westenenk uit Hellendoorn hebben een biologisch melkveebedrijf met 70 melkkoeien en bijbehorend jongvee op 45 hectare grond. Het bedrijf wordt gerund door Willy en zijn zoon Gerben.
Waarom heeft u voor biologisch gekozen?
Willy: ‘Twee jaar gelden zijn wij hier heen verhuist, voorheen hadden wij een gangbaar bedrijf. Gerben ging stage lopen bij een bedrijf in Liederholthuis, dat veel met weidevogels deed en bij andere biologische bedrijven. Hij kwam altijd met een big smile thuis, dus dat biologische was echt zijn ding. Hij wilde graag boer worden en op onze oude locatie zagen wij geen kansen om verder te boeren. Vervolgens kwam dit bedrijf te koop, en zijn wij gaan rondvragen wat het moest kosten en of we het rond konden krijgen. De boerderij waar wij nu op zitten was al 20 jaar biologisch. Wij konden dus alles overnemen van de oude eigenaar: melkafzet was geregeld en het vee konden wij ook overnemen. We hadden dus ook geen overgangsperiode van twee jaar, die je normaal wel hebt als je overschakelt naar biologisch.’
Wat ziet u als voordelen van Biologisch?
Willy: ‘Bij Biologisch boeren zie je een heel andere denkwijze. Je zit met gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest die je niet meer mag gebruiken. En ook je dierdagdosering (DDD) moet je meer in de gaten houden zodat je niet te veel gebruikt. Je denkt meer na over wat je doet.
Door een andere werkwijze, krijgt het grasland ook een andere samenstelling. Soms moet je het voordeel van het nadeel inzien. Bij paardenbloemen bijvoorbeeld, om deze niet te veel te laten groeien moet je zorgen dat de koeien op tijd de wei ingaan zodat ze de koppen eraf vreten. Want waar veel paardenbloemen groeien kan geen gras groeien. Paardenbloemen in de wei zijn weer positief voor de vruchtbaarheid van de koeien omdat ze veel selenium bevatten.
Veder is de organische stof in de bodem ontzettend goed. We werken veel met vaste mest. Hierdoor heb je in het begin van het jaar veel suiker en weinig eiwit in het gras en aan het einde weinig suiker en veel eiwit, dan doet de vaste mest zijn werk.
Wij hadden verder als voordeel dat we in één keer de omslag naar biologisch konden maken door een ander bedrijf te kopen. Hierdoor hebben wij de overgangsperiode van twee jaar overgeslagen. Soms moet je ook wat anders gaan doen om nieuwe energie te krijgen. Als doet wat je deed blijf je doen wat je deed. En mij zoon was zo enthousiast en ikzelf kon ook wel wat nieuwe energie gebruiken.’
Willy: ‘Verbeter punten vind ik moeilijk om te zeggen. Tussen gangbaar en biologisch zitten verschillen en beide hebben goede dingen en minder goede dingen.’
Heeft u veel aanpassingen moeten doen om aan de eisen van het label te voldoen?
Willy: ‘Wij hebben een heel nieuw bedrijf gekocht en die was al biologisch.’
Welke Topcalf/schrijver producten gebruikt u (om aan de eisen van het label te voldoen)?
Willy: ‘Wij gebruiken de speenemmers van Topcalf en de voerhekken komen van schrijver. We zijn bij Schrijver destijds terecht gekomen omdat ze goed benaderbaar waren, en nog steeds zijn, en we werden goed geholpen bij de vraagstukken die we hadden. ’
Zou u biologisch aanbevelen aan je collega boeren?
Willy: ‘Jazeker, ik vind het op veel manieren relaxter werken dan gangbaar. Wij moeten gras aankopen bij andere en dat gaat veel makkelijker. Ik heb het idee dat biologische boeren niet altijd in de onderhandelmodus zitten. Als tip die ik andere boeren weleens geef is dat je als biologische boer niet te star moet wezen. Bij belemmeringen, moet je soms andere oplossingen zoeken en het jezelf niet te lastig maken. Plezier in je werk houden is het belangrijkste!’
Hebben jullie nog wensen voor de toekomst?
Willy: ‘We willen graag zelfvoorzienend worden. Het zou mooi zijn als we genoeg ruwvoer van eigen land kunnen winnen, dus de opbrengst per hectare vergroten of extra grond pachten of kopen.’