PlanetProof

Tijdens de masterclass ‘Data-Driven Calfhousing’ wordt er vaak verteld over labels zoals ‘On the way to PlanetProof’, ‘Beter Voor Boer & Natuur’, ‘Beter Leven’, ‘Tuurlijk!’ en Biologisch. Duurzaamheid wordt een steeds belangrijker thema in de melkveehouderij. Keurmerken proberen in te spelen op de vraag vanuit de maatschappij om duurzamere producten te produceren. In de volgende reeks artikelen willen wij vanuit Topcalf u meer inzicht geven in wat de keurmerken inhouden, voornamelijk kalveren, en waar men aan moet voldoen om te mogen produceren voor het label. Ook gaan we langs bij melkveebedrijven om een kijkje te nemen in de praktijk en hoe zij zijn begonnen met produceren voor het label. Deze week zijn wij bij de familie Poppe uit Olst, zij leveren aan het keurmerk ‘On the way to PlanetProof’.

On the way to PlanetProof

PlanetProof logoOn the way to PlanetProof is een keurmerk dat opgezet is door Stichting MileuKeur (SMK), een kleine organisatie, opgericht in 1992 die bij meerdere keurmerken is betrokken. On the way to PlanetProof is een keurmerk voor landbouwproducten, het keurmerk is dan ook te vinden op zuivel, groente, fruit, bloemen en vele andere landbouwproducten. Als men zuivel levert onder het keurmerk wordt er extra aandacht besteed aan dier, natuur en klimaat. Ook voor de boer zit er een voordeel aan, doordat ze een paar cent per liter melk extra krijgen. FrieslandCampina en Farmel Dairy leveren als zuivelonderneming zuivel met het keurmerk op de verpakking.

PlanetProof eisen kalveren

Het leven van een kalf begint natuurlijk in de afkalfstal. Hygiëne is zeer belangrijk om het kalf een goede start te geven. Ruimte is een tweede aspect wat belangrijk is, zodat de koe comfortabel kan liggen, afkalven en weer kan opstaan. Dit is dan ook een van de redenen dat er bij ‘’On the way to PlanetProof’’ eisen aan zitten.

 

Een basisnorm is dat er geen ligboxen in de afkalfstal aanwezig mogen zijn. Onlangs zijn er nieuwe eisen aan de basisnorm toegevoegd, waar elke melkveehouder/ster vanaf 2028 aan moet voldoen. Elke ingestrooide ruimte moet voldoen aan de afmetingen van 10 vierkante meter * 3% van het aantal aanwezige koeien, dit mag verdeelt worden in compartimenten van minimaal 10 vierkante meter. Per compartiment moet er minimaal 1 drinkvoorziening aanwezig zijn en er moet de mogelijkheid zijn om mobiel te melken of het moet nabij een melkstal zijn gesitueerd. Visueel contact met andere koeien, dit mag zowel het jongvee zijn als melk- of droge koeien. In plaats van strooisel mag er een afkalfmat worden gebruikt, randvoorwaarden zijn hierbij van toepassing.

 

Nadat het kalf is geboren en droog gelikt is door de moederkoe, is het gebruikelijk om het kalf in eenlingboxen te plaatsen. Bij PlanetProof mogen kalveren tot 14 dagen individueel gehuisvest worden, daarna moet het kalf in groepen worden geplaatst. Tijdens deze 14 dagen moet er ook aan bepaalde eisen worden voldaan: eenlingboxen bevatten strooisel en hebben zich op en bieden de mogelijkheid tot lichamelijk contact met andere kalveren. Verder hebben de hokjes afmetingen van 130 centimeter lang, 90 centimeter breed en, als het van toepassing is, 125 centimeter hoog. Er zijn echter enkele uitzonderingen. Zieke kalveren mogen tijdelijk individueel gehuisvest worden en kalveren die niet worden aangehouden op het melkveebedrijf mogen tot 28 dagen individueel gehuisvest worden.

 

Vanaf 14 dagen tot minimaal 4 maanden moeten kalveren in groepen op stro worden gehouden. Hierbij moet elk dier minimaal 3 vierkante meter tot haar beschikking hebben. Vanaf 4 maanden komt daar elke maand 1 vierkante meter bij op.

 

Vanaf 4 maanden mag jongvee in een ligboxenstal worden gehouden. Hierbij is het een vereiste dat ieder dier minimaal één ligbox ter beschikking heeft, met de volgend afmetingen:

  • 4 tot 12 maanden: 180 x 80 x 85 centimeter (L x B x H)
  • 12 tot 18 maanden: 200 x 90 x 95 centimeter (L x B x H)

 

Ook aan de breedte van de voerplekken zitten eisen:

  • 4 tot 12 maanden: 45 centimeter
  • 12 tot 18 maanden: 50 centimeter

 

Vervolgens zijn er nog de eisen waaraan elke stal moet voldoen. Dit betekent dat er voldoende daglicht de stal in kan komen, er genoeg drinkpunten en vreetplaatsen zijn, er schuurvoorzieningen aanwezig moeten zijn als dieren gehouden worden in groepen en de bedding van jongvee uit zacht en indrukbaar materiaal moet bestaan. Alle eisen zijn zowel van toepassing bij uw eigen jongvee als bij jongvee dat elders wordt opgefokt.

 

Mocht u meer informatie willen over ‘On the way to PlanetProof, betreft jongvee, droge koeien en melkkoeien, dan kunt u hier klikken.

 

Ervaringen van de familie Poppe

De familie Poppe uit Olst, hebben een melkveebedrijf met 120 melkkoeien en bijbehorend jongvee, op 80 hectare grond waarvan 10 hectare natuur. Het bedrijf wordt gerund door Ilse, Edwin en Kay. Daarbij leveren zij melk aan het keurmerk ‘On the way to PlanetProof’.

 

Waarom heeft u voor het label PlanetProof gekozen?

Edwin: ‘Eigenlijk zijn wij er vier of vijf jaar geleden ingerold. We hadden altijd al een lage input, eenvoudige bedrijfsvoering en we deden ,toen ook al, aan weidevogelbeheer. Het eerste jaar waren de eisen dan ook niet heel erg hoog. Vervolgens zijn we naar een paar vergaderingen geweest.’

Kay: ‘We zitten er zelfs al bij sinds 2018. En eigenlijk als we een paar koeborstels ophingen voldeden we al aan de eisen.’

Edwin: ‘En daarmee kregen we één cent extra per liter melk. Vervolgens moest het nog blijken of je wel of niet binnen het ophaal gebied viel.’

 

Wat zijn de voordelen/ ziet u als voordelen van het label?

Edwin: ‘Het grootste voordeel is natuurlijk de euro’s. Het geld dat je verdient kun je weer investeren in het bedrijf. Het eerste jaar, van die één cent, hebben wij gezegd, nou dan kopen we nieuwe Topcalf Kalverhokjes.’

Kay: ‘Verder heeft het ons geholpen om sneller te extensiveren.’

Edwin: ‘Doordat we al een lage input hadden, van kunstmest en krachtvoer met bijbehorende lage stikstofbodemoverschotten en kruidenrijke graslanden met landschapselementen, pakken we ook iets extra subsidie van het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB).’

 

Ziet u verbeteringen op uw bedrijf, door het label?

Edwin: ‘Het heeft geen zichtbare verbeteringen gebracht. We zijn ons misschien meer gaan focussen op kalversterfte, dat doe je natuurlijk al, maar even die KalfOK score die net wat hoger wordt.’

Kay: ‘Verder hangen er nu koeborstels in de stal en hebben we extra ligplekken gecreëerd, zodat we aan de eis voldeden dat er voor elke koe één ligplek moet zijn. We zien er zo niet direct verbeteringen door, maar de koeien vinden het natuurlijk heerlijk.’

Edwin: ‘We hebben ook nog kalverhokjes gekocht en een stukje bij de schuur aangebouwd voor de kalveren. Zo wordt je bedrijf toch beetje bij beetje een stukje beter.’

 

Heeft u veel aanpassingen moeten doen om aan de eisen van het label te voldoen?

Edwin: ‘In het begin hebben we alleen koeborstels aangeschaft en daarmee voldeden we al aan de eisen. Later kwamen daar borstels voor het jongvee bij en komend jaar moeten we de roosters op laten ruwen. Ook jongvee weiden deden we eerst nauwelijks, nu moeten we echt de weidegang gaan bijhouden en zorgen dat de 100 dagen in de eerste twee levensjaren worden gehaald. Dat zijn eisen die er nu bij zijn gekomen.’

Kay: ‘Natuurgraslanden waren wel lastig in het begin, het was soms een beetje grijs gebied, soms hadden we het idee dat ze bij SMK zelf de regels niet exact wisten. En staan er vervolgens dan genoeg kruiden in’.

Edwin: ‘Dus langzamerhand worden de regels wel wat strenger, dus het kan zijn dat je over een paar jaar er niet meer aan voldoet. Van de 100 regels zijn er 90 regels min of meer vanzelfsprekend en 10 zijn er misschien wat lastiger om aan te voldoen.’

 

Welke Topcalf/schrijver producten gebruikt u (om aan de eisen van het label te voldoen)?

 Kay: ‘In het begin hebben we dus koeborstels gekocht bij Schrijver. En van het geld dat we extra hebben verdient door PlanetProof hebben we Topcalf kalverhokjes gekocht.’

 

Zou je het label aanbevelen aan collega boeren?

 Edwin: ’Zeker wel! Het is aan te bevelen, maar de instapeisen zijn momenteel heel erg hoog en dat maakt het gewoon moeilijk om in te stappen.’

Kay: ‘En je moet soms wel een beetje pietje precies zijn om er aan te kunnen voldoen. Als je niet houdt van regeltjes naleven en het niet doet zo als er staat beschreven dan moet je het zeker niet gaan doen. En als je niks met natuur hebt, weidevogelbeheer of een boompje/struikje, hoef je er ook niet aan te beginnen.’

Edwin: ‘Af en toe word je er een beetje zenuwachtig van, soms heb je een paar pech gevallen bij het vee en dan zit je net op het randje dat je erin mag blijven. Als je daar niet tegen kunt hoef je er sowieso al niet aan te beginnen.’

 

Hebben jullie nog wensen voor de toekomst?

Edwin: ‘Onze wens is om er nog iets meer grond bij te krijgen, zodat we onze mest kunnen plaatsen en misschien zelf eigen krachtvoer kunnen telen. Ook al valt dat niet mee, maar dat is ook deel van ondernemen.’ 

Deel deze pagina